Topic 1/11: Trabi

Vanaf mei 1952 begon de DDR de grens met het westen af te bakenen met prikkeldraad en houten wachttorens. Het Politbüro, het uitvoerend orgaan van de communistische partij, besloot om met een nieuwe auto te concurreren met het westen. De auto moest goedkoop en robuust zijn. Uitgangspunt was een gewicht van maximaal 600 kg en een verbruik van 1 op 18.

 Lloyd
Al sinds 1950 werd in Bremen met groot succes de Lloyd LP 300 gebouwd. Deze auto kreeg in Duitsland de bijnaam “Leukoplast Bomber”. De auto, uitgerust met een 300cc 2-cilinder, 2-takt met 10 pk, had namelijk aanvankelijk een carrosserie van kunstleer en hout. De Duitse Lloyd had overigens geen verbintenis met de Engelse Lloyd fabriek.

Duroplast

De eerste Trabant, type P50 of 500 werd aangedreven door een luchtgekoelde tweecilinder tweetakt-motor. Het model werd tussen 1957 en 1962 geproduceerd in een oplage van ca. 130.000. Het binnendeel van de carrosserie was zelfdragend van metaal, maar de spatborden, portieren, dak, motorkap en kofferdeksel waren vervaardigd uit Duroplast; een kunststof die ontstaat door het onder hoge druk en temperatuur samenpersen van katoen en een fenolhars. Het gewicht van de auto was 620 kg en het verbruik circa 1 op 14. In Nederland concurreerde de Trabant qua prijs met de FIAT 500 en de Goggomobil.

Wankelmotor

De IFA (Industrievereinigung Fahrzeugbau), de overkoepelende organisatie van de Oost-Duitse motor- en auto-industrie besloot om de Wankelmotor van NSU uit te proberen in haar producten. Vanaf 1962 werd deze in de P603 uitgeprobeerd, later ook in een 601 en tevens in de Wartburg. De Trabant gebruikte een 500 cc 1-schijfsmotor met een vermogen van 50 pk in een 50.000 km-test. Aan het eind van de jaren tachtig bouwde Trabant de 800 RS, een “snelle” raceversie met een 771 cc, 2-takt van 65 pk en een 5-bak.

Polo

Ondanks dat er steeds weer verbeteringen werden uitgevoerd, zoals een sterkere motor, een grotere tank en een 12 volt elektrisch systeem kon de auto na de val van de muur niet concurreren. In 1989 werden er nog 146.000 geproduceerd in de 90 jaar oude fabriekshal in Zwickau. De fabrieksarbeiders waren naast de Oost-Duitsers voor een groot deel vertegenwoordigd uit andere communistische landen, zoals Cuba, Mozambique en Noord-Vietnam. Totaal werden er meer dan 3 miljoen Trabi’s gebouwd inclusief 39.000 in de uitvoering met de 1100 cc Volkswagen Polo motor. Op 1 april 1991 sloot de fabriek in Zwickau de poorten.