Stekkeren

(2015-05)
De semi-elektrische auto is dit jaar wederom dé grote hit in de leasewereld. Wat hier vreemd aan is, is dat vrijwel niemand enthousiast is over dit type auto, behoudens om redenen van belastingontwijking. Begrijpelijk is wel dat deze auto’s zo goed verkopen, want de gebruiker hoeft nergens op in te boeten en krijgt de auto voor een lage prijs.

In autoland zijn er twee kampen en deze leven in gescheiden werelden. De traditionele denker houdt vast aan evolutionaire ontwikkelingen en extrapoleert van alles en nog wat naar de toekomst. Volgens hen zal het met allerlei ontwikkelingen zo’n vaart allemaal wel niet lopen. Deze traditionele denkers worden door het andere kamp, genaamd de revolutionairen aangeduid als petrolheads en ze kijken gewoon met de gordijnen open naar programma’s zoals Topgear. De evolutionairen geloven niet in de elektrische auto vanwege actieradius, gewicht en prijs. De revolutionairen geloven dat we op een uniek keerpunt staan en dat de wereld nu definitief verandert. In hun vocabulaire wordt het woord disruptief vaak gebezigd. Wie heeft er gelijk?

De evolutionairen worden wellicht gehinderd door het verleden, de revolutionairen niet, want meestal komen deze niet uit de auto-industrie of waren in hun jeugd geenszins “petrolheads”. Beiden hebben goede en slechte argumenten. Autofabrikanten houden niet van snelle veranderingen en lobbyen voor een langzame verandering in milieuwetgeving. Nieuwkomers, zoals Tesla hebben juist baat bij veranderingen omdat dat hen kansen biedt die de traditionele fabrikanten graag laten liggen. Daarbij laten zij uitstekende producten zien die in een categorie zitten die de laatste honderd jaar geen enkele betekenis hebben gehad in autoland.

Het huidige Nederlandse beleid qua stimulering van elektrische auto’s komt gek genoeg ongewild de traditionele autofabrikanten tegemoet. Door de stimulering van ‘wel de lusten niet de lasten’ plug-ins worden er minder volledig elektrische auto’s afgezet. De Noren hebben dit dus beter voor elkaar.

De traditionele autofabrikanten komen de strenge milieu-eisen tegemoet door een serie plug-ins in hun vloot op te nemen; dat is veel gemakkelijker en goedkoper dan het verkopen van volledig elektrische auto’s. Nederland is voor hen een mooi testland. De semi-elektrische Volkswagens en Audi’s worden de absolute toppers dit jaar. De Audi Q7 trekt op van 0-100 km/u in zes seconden en dat is in reclame-uitingen het verkoopargument in combinatie met 7% bijtelling. Vreemd dat een Toyota Aygo een veel hogere bijtelling heeft. Wat ook wrang is, is dat de direct ingespoten benzinemotoren die in de Volkswagens Plug-in zitten veel te veel extreem kleine deeltjes uitstoten die ver in de menselijke bloedbaan en longen doordringen. Deze auto’s zijn in sommige opzichten milieu-onvriendelijker dan oudere benzinemotoren. Het probleem is op te lossen met een roetfilter van zes tientjes die het deeltjes-probleem met een factor duizend reduceert (zie ook de blog Fijnstof). Echter is deze pas voor de Euro 6C wetgeving in 2017 verplicht. Tot die tijd worden alle direct ingespoten benzinemotoren zonder roetfilter verkocht. Een focus van de overheid daarop zou veel meer milieuwinst opleveren en voor veel minder geld dan het stimuleren van plug-ins.

Bronnen:

Foto 1: http://auto.oe24.at
Foto 2: http://www.slashgear.com
Foto 3: http://www.faurecia.com