Uitlaatparfum
(2014-12) Een groot voordeel van de elektrische auto is het ontbreken van uitlaatgassen. Zeker in de beginperiode van de auto, stootten de benzineauto’s grote hoeveelheden onverbrande benzine-bestanddelen en olie uit. De ontwikkeling van de benzinemotoren was tussen 1885 en 1895 groot. Daardoor steeg het vermogen per gewichtseenheid; van 1 pk per 40 kg naar 1 pk per 11 kg motorgewicht waarbij het toerental van 500 naar 1500 omwentelingen per minuut steeg. Tussen 1900 en 1903 steeg het motorvermogen van maximaal 25 naar maximaal 100 pk en van 10 kilo per pk motorgewicht naar 3,6 pk. Ondanks de efficiëntieverbetering bleef het probleem van de uitlaatgassen bestaan. In 1907 werd op het internationale hygiënecongres in Berlijn officieel vastgesteld dat de uitlaatgassen, die deels bestonden uit onverbrande benzineresten, roet en koolmonoxide, een reëel gevaar voor de volksgezondheid vormden. Tijdschrift de Auto meldde dat bij een ideale verbranding er alleen koolzuurgas en waterdamp gevormd worden. Echter bleek uit een test van het Hygiënisch Instituut in Duitsland dat er 3,7% kooloxide in de uitlaatgassen aanwezig was naast zware koolwaterstoffen. De hoeveelheid kooloxide werd tijdens het rijden zelfs op 7% ingeschat.
Onfortuinlijke muis
Via dierproeven werd de toxische werking van de uitlaatgassen aangetoond. Het bleek dat, indien een muis blootgesteld werd aan uitlaatgassen nadat deze onverdund in een glas werden overgebracht waarin de onfortuinlijke muis zich bevindt, deze binnen een minuut stierf onder krampen. Ook wanneer er extra lucht werd toegevoerd naast de uitlaatdampen traden hevige vergiftigverschijnselen op, waarbij de muis krampachtig ademde. Na het toevoeren van verse lucht, kwam de muis spoedig weer bij.
Genieten van uitlaatgassen
De problemen met de uitlaatgassen motiveerden een aantal uitvinders om te zoeken naar mogelijke oplossingen. Zo werden proeven gedaan om de uitlaatgassen onschadelijk te maken door in de knalpot drie cilinders aan te brengen, deze onderling te verbinden en de uitlaatgassen die de cilinders passeerden aldaar te verbinden met chemicaliën, zoals calciumchloride en calciumoxide. Één lading van deze chemicaliën was voldoende voor 200 uur rijden. De jaarlijkse kostenverhoging was 16 gulden. Twee Fransen hadden een andere oplossing. Door de stank, veroorzaakt door gebrekkige of overvloedige smering te elimineren werd aangegeven de uitlaatgassen te parfumeren. Een verhouding van 50 delen smeerolie, 4 delen nitrobenzol, 2 delen terpetijnolie en 1 deel vanille-essence zou genoeg moeten zijn om in de stad medeburgers te laten genieten van een heerlijke odeur!
Bovenstaand stuk is afkomstig uit mijn boek: De elektrische auto: is het marktaandeel van 1914 in 2020 haalbaar?
Bronnen archief (Stichting NCAD) :
Bloomfield, G. (1978). The World Automotive Industry.
Mom, G.P.A. (1997). Geschiedenis van de auto van morgen.
Tijdschrift The Autocar 18-07-1903
Tijdschriften De Auto 1907, 1911 en 1913