Een beetje vliegen
(2015-04) Out-of-the-box denken is onacceptabel. Aannames over transities en revoluties, wat het laatste ook moge betekenen, gelden alleen als ze breed gedragen worden en dat is binnen onze huidige denkkaders. M.i. gaat de discussie over grootschalige verspreiding van elektrisch rijden daarom alleen over het moment, niet of het wel of niet gaat gebeuren. Daardoor is het maatschappelijk geaccepteerd. De huidige politieke marktverstoring waaronder belastingkortingen of subsidies vallen, is daarbij een steun in de rug, maar is op de langere termijn niet leidend. Het nationale economische (handelstekort) en politieke belang is groot; nationale zelfredzaamheid is een begrip dat de komende decennia een belangrijke rol zal gaan spelen op energiegebied.
Met behulp van out-of-the-box denken, zouden alle problemen, die we denken te hebben, technisch oplosbaar moeten zijn. Maar out-of-the-box denken ten faveure van grootschalige veranderingen is niet bon ton. Daarbij wordt het enthousiasme over wat technologie allemaal kan betekenen voor de maatschappij getemperd door het doemdenken over het milieu, misbruik van big data, cybercrime, etc. Sinds het rapport ‘Limits to Growth’ van de Club van Rome, de IPCC en wereldreiziger Al Gore wordt getracht om defensief denken leidend te maken bij het ontwikkelen van technologie.
Dit is niet altijd zo geweest. Er is uiteraard luchtvervuiling, echter is dat probleem nu kleiner dan in de jaren zeventig, laat staan in de jaren vijftig. Na WOII waar het denken over technologische vooruitgang euforisch was, werd gefantaseerd over ‘straaljagers’ op de weg. Nog spectaculairder was de nucleaire auto met een actieradius van 8000 km. Ford kwam echter tot de conclusie dat koelproblemen lastig op te lossen waren.
Buiten de auto-industrie werd in de V.S. vlak na WOII gespeculeerd over het grootschalig produceren van vliegende auto’s. De huidige ‘hypes’ gaan aldus veel minder ver. Een futurist die nu spreekt over de grootschalige introductie van vliegende auto’s in 2025 zal al snel werkeloos zijn. Ook hij kan alleen uitspraken doen over ontwikkelingen die al maatschappelijk breed geaccepteerd zijn. De enige weg die er dan is te bewandelen, is om het tijdstip van grootschalige verspreiding vroeger te leggen en dat te motiveren.
Maar tijden veranderen continu. Wellicht praten we over tien jaar wel massaal over de vliegende auto die een dekkingsgraad van 50% zal hebben in 2050 en misschien zal de toekomst veel spectaculairder blijken dan we ons nu kunnen voorstellen. Precies zoals in 1914 toen de ANWB de eerste bewegwijzering voor de vliegende auto plaatste op de Deventer gasfabriek. De vliegende auto komt er voorlopig nog niet. We kunnen echter wel een compromis vinden tussen ons huidige toekomstbeeld en revolutionair out-of-the-box denken, door dan maar een beetje te vliegen.