De toekomst van olie
(2014-11) In 1904 gaf de heer Vischer, commercieel directeur van de Daimler Motorengesellschaft, aan dat de ‘explosiemotor’ nu nog benzine gebruikt als brandstof, maar dat dit in een later stadium wellicht door alcohol vervangen zou worden omdat de hoeveelheid benzine in de toekomst wel eens uitgeput kon raken, terwijl alcohol op vele manieren gemaakt kan worden. Drie jaar later steeg de benzineprijs in korte tijd van 12 naar 24 cent per liter. In 1913 werd een benzinecrisis voorspeld door de latere importeur van FIAT, Leonard Lang. Het gaf aan dat voordat de benzine de prijs van champagne had benaderd, er naar goede alternatieven gekeken moest worden en dat de bronnen van steenkool en petroleum aan het opdrogen zijn. De gehele olieproductie van het jaar 1913 vond exact honderd jaar later in minder dan vijf dagen plaats.
Strategische olieprijs
Behalve dat de oliemarkt geen open markt is, getuige de regulering en subsidiering in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, Venezuela en China, zijn er nog meer tekenen die erop wijzen dat olieprijzen niet geheel via een marktmechanisme tot stand komen. De OPEC-leden zoeken een olieprijs die hoog genoeg is om voldoende winst te maken, terwijl de vraag nauwelijks afneemt. Indien de olieprijs tussen 90 en 110 dollar per vat bedraagt, is die afname in de vraag er vrijwel niet. Daarbij is de remedie voor hoge prijzen; hoge prijzen, omdat een hogere prijs verdere prijsstijging dempt vanwege de ontwikkeling van onconventionele olievelden en nieuwe productiemethoden. In 1899 werd het Kern River olieveld in Californië ontdekt. Tot 1944 werden er 278 miljoen vaten uitgehaald en werd de resterende voorraad geschat op 54 miljoen vaten. In de loop der tijd werd de voorraad steeds bijgesteld en inmiddels zijn er 2 miljard vaten uitgehaald en wordt de resterende voorraad geschat op 627 miljoen vaten.
Onconventionele oliën
Ondanks het voorgaande wordt conventionele olie steeds schaarser. Maar indien wordt gekeken naar de voorraden onconventionele oliën, die onder de honderd dollar per vat van 159 liter te produceren zijn, zoals zware bitumen, olieschalie en gas- en coal-to-liquids, dan kunnen we op basis van het huidige verbruik nog zo’n 250 jaar vooruit. Tellen we de teerzanden er ook nog bij op, dan hebben we volgens de Erste Group Bank nog 500 jaar.
Groei wagenpark wereldwijd
Het mondiale wagenpark zal tussen nu en 2035 vrijwel verdubbelen naar zo’n 1.9 miljard auto’s. Dat betekent niet dat er veel meer gebruik gemaakt zal worden van de voorraad olie omdat auto’s steeds zuiniger worden. De afgelopen 40 jaar is het verbruik van auto’s meer dan gehalveerd, gemeten volgens reële tests. Deze trend zal zich doorzetten de komende jaren, veelal ook vanwege hybridisering. De druk op de olievoorraad door het groeiende wagenpark op de olievoorraden neemt daardoor niet toe. Wel wordt olie relatief steeds duurder t.o.v. bijvoorbeeld zonne-energie, omdat het meer moeite kost om olie uit de grond te halen of te maken vanuit gas of kolen én omdat zonnecellen rap goedkoper worden. Dit zorgt ervoor dat elektrisch rijden een steeds beter alternatief zal vormen.
Misinformatie
Tussen 1971 en nu is Jan Modaal qua inkomen er een factor 6,2 op vooruitgegaan en is de benzine een factor 5,9 gestegen. Omdat de auto’s een stuk zuiniger zijn geworden kost een “kilometer benzine” nu veel minder dan voor de grote prijsstijgingen na de 1e en 2e oliecrisis. De opwarming van de aarde wordt daardoor echter niet teniet gedaan, net zoals ook niet door het opwekken van energie uit kolencentrales.
Marktaandeel
De elektrische auto heeft het marktaandeel van de Wankelmotor in de jaren 70 nog niet gehaald, maar dat zal naar alle verwachting niet lang meer duren, zeker als de lang verwachte doorbraak in accutechnologie er komt. De ontwikkeling van de verbrandingsmotor zal zich ook de komende decennia voortzetten (vrachtautofabrikanten werken al aan motoren die 50% efficiency zullen halen). De verbrandingsmotor zal blijven bestaan naast plug-in – , elektrische – en wellicht brandstofcel-auto’s. Daarnaast zullen vaker alternatieve brandstoffen in combinatie met de conventionele verbrandingsmotor gebruikt worden om aan toekomstige CO2-eisen te voldoen. Al deze variaties zullen extra druk leggen op de informatievoorziening vanuit auto-importeurs en werkplaatsen en sales-afdelingen van dealers en niet-merk gebonden autobedrijven. Dit feit wordt nog eens versterkt doordat de klant steeds meer geïnformeerd zijn keuze zal willen maken en de time-to-market van nieuwe producten immer verder afneemt.