Topic 3/11: Citröen SM

In maart 1970 werd de Citroën SM geïntroduceerd tijdens de salon van Genève. Met de SM bood de Franse auto-industrie voor het eerst sinds tijden weer een supercar aan.

ComotorDe SM werd vanuit het gedachtengoed van de DS ontwikkeld; motor voorin, de versnellingsbak daar nog voor én voorwielaandrijving. De DS-motor voldeed niet voor deze supercar. Er werd gedacht aan de toepassing van een  drie-schijfs Wankelmotor, zoals bij de Mercedes C111 en later bij de Eunos Cosmo. Deze zou door Comotor, een samenwerkingsverband tussen NSU en Citroën, gebouwd kunnen worden. Citroën experimenteerde al met een Wankelmotor in de M35; een 2-deurs coupé-uitvoering van de Ami 8.

Citroën DS MaseratiUiteindelijk werd niet gekozen voor de drieschijfs Wankelmotor. In maart 1968 kreeg Citroën een meerderheidsbelang in Maserati en de keuze viel op de motor van de Maserati Indy. Deze V8 werd van twee cilinders ontdaan, de slag werd met een centimeter verkort en de boring met 1 millimeter, zodat de SM nog in een relatief laag belastingtarief zou vallen. De “verkeerde” ontstekingshoek die daardoor ontstond werd teniet gedaan door een ingenieuze constructie met drie dubbele kettingen voor de nokkenasaandrijving. De mechanische kettingspanner voldeed niet  hetgeen al soms na 40.000 kilometer gebroken kettingen opleverde. De SM’s die nu nog rondrijden zijn vrijwel allemaal voorzien van hydraulische spanners. Het blok leverde 170 tot 180 DIN pk, afhankelijk van de uitvoering. De topsnelheid bedroeg 228 km/u.

Johan CruijffEr werden circa 13.000 SM’s geproduceerd. Bijna 100 stuks kwamen in Nederland terecht, waarvan één bij Johan Cruijff. In het laatste productiejaar 1975 kostte een SM 51885 gulden, vrijwel even duur als 2x een DS 23 Pallas injectie. Een Ferrari Dino 246 GT was 3000 gulden goedkoper, een BMW 3.0 CSI 6000 gulden en een Alfa Romeo Montreal of FIAT 130 coupé zelfs 10.000 gulden. Het zal duidelijk zijn dat de 246 GT de beste investering was op de lange termijn.

Georges PompidouEr is een aantal aparte uitvoeringen van de SM ontworpen; o.a een verkorte uitvoering, die dienst deed als rally-auto en verschillende cabriolets en verlengde uitvoeringen al dan gecombineerd. De meest bekende is de uitvoering die door staatshoofden werd gebruikt. Het design van deze “Opera” of “Présidentielle” was afkomstig van  Robert Opron die ook de gewone SM en de GS, Dyane en CX tekende. Als statiewagen werd de SM een tot 5,6 meter verlengde cabriolet-uitvoering, door de carrossier Henri Chapron gebouwd. President Georges Pompidou en de Spaanse koning Juan Carlos maakten van dit type gebruik. In 1975 stopte de productie van de SM. Een rechtstreekse opvolger was er niet.